Auteur: Marc Wiegman
Deelprotocollen

Aandoen van incontinentiemateriaal bij een overledene

Incontinentiemateriaal wordt bij een overledene aangebracht om eventuele uitscheiding van ontlasting en urine op te vangen en om geurvorming te voorkomen.

Na overlijden heeft geen urineproductie meer plaats en werken de darmen niet meer waardoor bij een goede conservering in de periode van opbaring doorgaans het verlies van urine en ontlasting minimaal is.

Er zijn 2 oorzaken waardoor na overlijden toch sprake kan zijn van een overvloedige uitscheiding via het maag / darmkanaal (ontlasting):

  • Als voor overlijden sprake was van een (ziekte)proces waardoor feces (ontlasting) het lichaam niet kon verlaten. Achtergebleven ontlasting kan dan na overlijden (in grote hoeveelheden) vrijkomen.
  • Als sprake is van een explosieve bacteriegroei door een onwenselijk voorspoedig ontbindingsproces waarbij gassen ontstaan die zorgen voor stuwing en uitdrijving van achtergebleven feces.

    Omdat sprake is van een onwenselijke explosieve bacteriegroei is de mogelijkheid dat er tekortkomingen zijn in de conserveringstechniek waardoor extreme groei van bacteriën in het lichaam van de overledene mogelijk is! Advies is dan om het probleem te zoeken in de conserveringstechniek of om een andere vorm van conserveren te overwegen.

Opstoppen met vette watten

In het verleden werd het rectum van een overledene opgevuld met vette watten. Dit werd gedaan om te voorkomen dat ontlasting de overledene kon bevuilen en nare luchtjes zouden ontstaan.

Deze handeling wordt om 2 redenen niet meer standaard uitgevoerd:

  • Om te beginnen wordt deze handeling gezien als mensonterend.
  • Door meer inzicht in het ontbindingsproces is hiervan afgestapt.

    De druk door gasvorming in het maag / darmkanaal ontstaan door het ontbindingsproces wordt bij afsluiting dermate hoog dat de gassen het lichaam verlaten via een niet afgesloten uitweg, namelijk via de mond (oraal), en stuwt dan alles dat in de weg zit mee naar buiten (maag- en darminhoud). De overledene gaat dan uit de mond lekken.

Alleen in uitzonderlijke omstandigheden kan het rectaal opvullen van de endeldarm dan ook uitkomst bieden.

Leegdrukken van de blaas

Voor het plaatsen van de incontinentieluier dient men de blaas leeg te drukken. Dit doet men door druk uit te oefenen vlak boven het schaambeen van de overledene.

Plaatsen incontinentieluier

Het goed plaatsen van een incontinentieluier voorkomt bevuiling van de overledene. Ook voorkomt een goed gesloten incontinentiesysteem grotendeels dat er luchtjes (afkomstig van gassen) vrijkomen.
Plaats het incontinentiemateriaal direct nadat de schaamstreek verzorgd / gewassen is.

Naar handelwijze en productinformatie


Protocol overledenenzorg / afleggen / laatste zorg overledene

  1. Inleiding
  1. Veiligheid medewerker(s) bij overledenenzorg
  1. Het doel van de laatste zorg
  1. Mogelijkheden en beperkingen bij overledenenzorg
  1. De uitvaartondernemer
  1. Cultuur en religie bij verzorging overledene
  1. Wanneer mag worden begonnen met de laatste zorg?
  1. Handelingen tussen moment van overlijden en laatste zorg
  1. De nabestaanden (de opdrachtgever) - overledenenzorg / uitvaartzorg
  1. Nabestaanden helpen mee met de laatste zorg
  1. Hygiëne tijdens overledenenzorg
  1. Koelen ter conservering overledene
  1. Wat is nodig bij de laatste zorg?
  1. Advies omtrent laatste zorg overledene
  1. Ontkleden overledene
  1. Wassen overledene
  1. Aandoen van incontinentiemateriaal bij een overledene
  1. Scheren overledene
  1. Neusverzorging overledene
  1. Mondzorg bij een overledene
  1. Overledene en gebitsprothese
  1. Haarverzorging overledene
  1. Nagelverzorging overledene
  1. Wondverzorging en restauratie overledene
  1. Het aankleden van een overledene
  1. Overledene en panty’s, nylon kousen en schoenen
  1. Verzorging lippen overledene
  1. Make-up overledene
  1. Sieraden overledene
  1. Overledene en camoufleren van huidverkleuringen, huidoneffenheden en huiddefecten
  1. Laatste handelingen en opbaren overledene
  1. Sluiten mond overledene
  1. Overledene en lekken uit de mond
  1. Sluiten ogen overledene
  1. Geurvorming overledene
  1. Identificatie overledene
  1. Thanatopraxie / balsemen (embalming)
  1. Overledene en drains, katheters, infuus, ap stoma, up stoma, tracheastoma en maagsonde
  1. Overledene en medische toepassing met batterij (oa. pacemaker)
  1. Obductie / sectie / inwendige lijkschouw
  1. Overledenenzorg bij donatie
  1. Ter beschikking stelling van de wetenschap
  1. De Hersenbank
  1. Overdracht van kleding van de overledene aan de nabestaanden
  1. Belangrijke wetenswaardigheden voor nabestaanden
  1. Overdracht tussen de verschillende disciplines

© Copyright 2005 - Wiegman Communications www.uitvaart-adresgids.nl / www.overledenenzorgpro.nl