Het onderdeel “Laatste handelingen en opbaren overledene” is voornamelijk gericht op “hoe de overledene erbij ligt” en wat de nabestaanden zien en ervaren.
Naast de overledene gaat het hierbij ook om omgevingsfactoren in de ruimte van opbaring.
Plaats een kussen goed onder het hoofd van de overledene. Zorg ervoor dat het kussen niet onder de schouders zit.
Deze houding is dezelfde houding als wanneer de overledene in de kist ligt.
Na de laatste zorg wordt de overledene toegedekt met een laken of een (dunne) deken. Bij voorkeur geen wit omdat dit erg steriel en onpersoonlijk overkomt. Trek het laken of de deken tot aan het borstbeen. Sla de flap netjes terug.
Plaats de armen van de overledene op de borst. Zorg ervoor dat de handen bij elkaar komen. Als niet bekend is of de vingers gevouwen moeten worden, worden de handen over elkaar heen gelegd.
Mochten de handen niet bij elkaar komen of de armen vallen steeds weer terug, dan kunnen handdoekrollen of ledemaatsteunen onder de ellebogen worden geplaatst. Deze kunnen worden weggewerkt onder het laken of de deken.
Eén van de laatste handelingen die wordt verricht is het sluiten van de mond. De rede dat dit onder de “laatste handelingen” valt is omdat tijdens eerdere zorghandelingen de mond open valt en uw werk teniet wordt gedaan.
Het eventuele plaatsen van een bril is één van de laatste handelingen.
Of een overledene wordt opgebaard met een bril op is geheel aan de nabestaanden.
Zorg er voor dat de overledene symmetrisch opgebaard ligt (nabestaanden letten daar onbewust op).
Dit geldt niet voor kinderen. Voor kinderen is een symmetrische houding een onnatuurlijke houding. Leg het hoofd van een kind iets schuin en de armen niet stram op de borst. Erg jonge kinderen kunt u ook half op de zij leggen (in overleg met de ouders / nabestaanden). Indien opbaring in zijligging plaatsheeft op een bedkoeling dient men te controleren of het lichaam voldoende contact maakt met het koelelement om zo te kunnen voorzien in een adequaat koelproces.
Als laatste zorghandeling aan de overledene wordt het haar van de overledene gekamd.
Na deze handelingen loopt u om de kist / het bed van de overledene heen en kijkt of alles naar wens is (in geval de nabestaanden hebben geholpen uiteraard volgens hun wens).
Als de nabestaanden niet bij de zorg aanwezig waren is dit de laatste mogelijkheid om veranderingen aan te brengen voor de nabestaanden worden uitgenodigd om de overledene te zien.
Ook hoort tot de laatste handelingen het opruimen van de ruimte waar de overledene ligt zodat nabestaanden niet te maken krijgen met onwenselijke rommel. De aandacht van de nabestaanden gaat dan mogelijk uit naar de rommel in plaats van naar de overledene, wat niet ten goede komt van het rouwproces (u kunt nog zo een goede overledenenzorg verlenen, de mogelijkheid bestaat dat over 10 jaar bij de nabestaanden nog steeds de rommel ter sprake komt!).
Uiteraard kunt u in geval de overledenenzorg heeft plaatsgevonden in privé situatie zonder toestemming van de nabestaanden geen grote verbouwing realiseren. Wel kunt u eventueel wat aanwezige stoelen om het bed plaatsen zodat de nabestaanden kunnen zitten bij de overledene. U dient in te schatten of nabestaanden dit wenselijk vinden!
In een zorginstelling bestaat uiteraard ook de mogelijkheid om stoelen om het bed te plaatsen.
Naast het plaatsen van stoelen dient u een inschatting te maken of de veelal kleine kamer ruimte heeft voor de soms grote aantallen nabestaanden die de overledene willen zien.
In dit geval is het handig als het bed zo wordt geplaatst dat het hoofdeinde van het bed tegen een muur staat zodat aan drie zijden van het bed nabestaanden de mogelijkheid hebben om de overledene te zien.
Informatie over opbaring van traumaslachtoffers en overledenen met zichtbare verwondingen kunt u vinden in het deelprotocol “Wondverzorging en restauratie overledene” in het item “Advies met betrekking tot opbaring”.
Naar handelwijze en productinformatie
|